Groot huurdebat woningcorporaties
19 november 2008 - Veel belangstelling trok het Huurprijsdebat op 18 november in de Mozes & Aäronkerk in Amsterdam. Bewoners maken zich grote zorgen over de betaalbaarheid van het wonen in de Amsterdamse Binnenstad. Het debat was georganiseerd door het Wijksteunpunt Wonen en de Huurdersvereniging Centrum. Kunnen we straks nog betaalbaar wonen in de binnenstad? Huurders houden hun hart vast. Ruim honderdvijftig mensen kwamen op 18 november naar de Mozes en Aäronkerk voor een debat met vertegenwoordigers van huurderskoepels en woningcorporaties. De avond was georganiseerd door het WSWonen Centrum in samenwerking met de Huurdersvereniging Centrum. Begin november viel de conferentiekrant Binnenstad Sociaal op alle woonadressen in het stadsdeel in de bus. Met interviews, achtergrondinformatie over de belangrijkste huurdersproblemen en een infografiek over de huurstijging – flink hoger dan de inflatie. Drie corporatiemanagers probeerden de zorg van de huurders weg te nemen. Stadgenoot voorspelt dat het bij ongewijzigd beleid en met dezelfde lage verhuisgraad als op dit ogenblik nog tientallen jaren zal duren voordat het aandeel sociale woningen in het Centrum zichtbaar daalt. De Key, Ymere en Stadgenoot (de Alliantie en Eigen Haard waren verhinderd) zijn blij met de stedelijke aanbiedingsafspraken. Die garanderen dat de binnenstad toegankelijk blijft voor mensen met een inkomen tot aan de voormalige ziekenfondsgrens. Eén ding is zeker: goedkoop wonen sterft uit. Bij nieuwe verhuringen in de binnenstad trekken corporaties de huur op tot het maximaal toelaatbare. Ook bij woningruil. 30 procent monumententoeslag bij Rijksmonumenten is standaard, zelfs bij voormalige armenwoningen. Het komt erop neer dat starters en doorstromers met een minimaal of modaal inkomen, voor wie een huur van zeg 500 euro niet op te brengen valt, steeds afhankelijker worden van de huurtoeslag. En of deze blijft bestaan, is niet zeker. Interessant is dat de Key als enige van de drie bij woningruil de huur niet optrekt. Ymere zegt dat dit ‘bespreekbaar’ is in individuele gevallen. Een andere uitzondering is dat de Alliantie bij een deel van haar bezit de huur heeft verlaagd om mensen met een lager inkomen tegemoet te komen. Panellid Dagmar Letanche, bestuurslid HA, merkte over het begrip ‘maximaal redelijke’ huur op dat die de helft van het netto modale inkomen opsoupeert, zonder dat de energierekening en de servicekosten zijn meegerekend. Dan blijft er weinig over. Het kan nog erger: in zijn inleiding over hoe de woningmarkt werkt, sprak Woonbonddirecteur en econoom Ronald Paping zelfs over een huurquote van 70 procent als overal markthuren zouden worden gevraagd. Klik hier voor het artikel uit de Volkskrant. Een van de grote problemen op de woningmarkt in het Centrum is het gat tussen beschermde huurwoningen en vrije-sectorhuur. Tussen 600 en 1000 euro per maand staan te weinig ruimere woningen te huur. Onder middengroepen verstaat het stadsdeel mensen met een inkomen tussen 1800 en 2400 netto per maand. Ook voor deze groep is kennelijk in het beleid een huurquote van half-om-half voorzien. De discussie in de Mozes en Aäronkerk werd tweemaal onderbroken door een prikkelende column, eerst Bastiaan van Perlo van de HA en daarna VVD-deelraadslid Jan-Sebastian van Lissum. Eef Meijerman, directeur van het ASW, trok een richtinggevende conclusie waarin hij het belang van sterke huurdersorganisaties onderstreepte. Betaalbaar blijft de binnenstad voorlopig nog wel, zij het met overheidssteun. Maar daar hebben de geledingen in het stadsdeel weinig over te vertellen. De volgende conferentie zou wellicht kunnen gaan over de woningverdeling, waar huurdersorganisaties iets meer invloed op kunnen uitoefenen. Voor de foto’s van Bas Baltus klik hier.
Voor de foto’s van Eibert Draisma klik hier.
Voor de powerpoint presentatie met de dia’s en stellingen klik hier.
Voor het uitgebreide verslag van de bijeenkomst klik hier
Artikel delen: