Huurster in Oud-West hoeft haar huis niet uit

20 februari 2015

Een huurster in Oud-West heeft afgelopen week gelijk gekregen van het Hof.
Mevrouw woont al jaren samen met haar dochter in een huurwoning van een particuliere verhuurder op de derde verdieping en heeft een zolderkamer op de vierde verdieping.

In 2012 had mevrouw een renovatieplan ontvangen van de verhuurder met een basispakket van de in de woning uit te voeren werkzaamheden. Het uitgangspunt van het plan was dat huurster de woning na renovatie kan blijven huren, met een aangepaste huurprijs i.v.m. de renovatie.

Vervolgens ontvangt mevrouw in 2013 een voorstel om te verhuizen naar de gerenoveerde woning op de eerste etage van hetzelfde pand. Zij zou dan afstand moeten doen van haar zolderruimte.

In hetzelfde “voorstel” staat dat als de huurster dit binnen 7 dagen niet zou aanvaarden de  huurovereenkomst door de verhuurder wordt opgezegd met een opzegtermijn van 3 tot zes maanden. Huurster ging hier niet mee akkoord en de verhuurder is naar de rechter gegaan om te vragen een einde te maken aan de huurovereenkomst en ontruiming van de woning te vragen.

De kantonrechter heeft de vordering afgewezen, waarop de verhuurder in beroep ging. Het hof stelt de huurster eveneens in het gelijk omdat de verhuurder geen redelijk voorstel heeft gedaan in de zin van de wet en de verhuurder heeft ook geen voldoende bewijs geleverd om tot ontbinding van de huurovereenkomst over te gaan.

De huurster is blij dat zij met hulp van het Wijksteunpunt Wonen en advocaat Emma Swart van advocatenkantoor Seegers & Lebouille in haar woning kan blijven wonen.

Artikel delen:

!WOON