WOZ per 1 oktober in woningwaardering

15 juli 2015 - 

Per 1 oktober vormt de WOZ waarde onderdeel van de woningwaardering. Een ingewikkelde berekening op basis van de WOZ waarde vervangt de punten voor woonomgeving, woonvorm, hinderlijke situaties en schaarstepunten. Procedures over de huurprijs worden ingewikkelder en voor gemeenten betekent het flink wat extra werk. Om het overzichtelijk te maken zorgen we dat de puntentelling op www.huurders.info volgende week zo is aangepast dat met het invullen van de WOZ waarde automatisch de nieuwe maximale huurprijs per 1 oktober berekend wordt.

Voor de meeste Amsterdamse huurders is de maatregel slecht nieuws. Gemiddeld gaan de maximale huurprijzen binnen de Ring A10 volgens onze berekeningen 10% omhoog. In individuele gevallen kan er ook een lagere maximale huurprijs uit de bus rollen, afhankelijk van de WOZ waarde en de oppervlakte van de woning. Complicatie is dat huurders tot op heden geen WOZ waarde krijgen van de gemeente. Het voorgenomen openbaar maken van WOZ waardes gaat naar verwachting pas in de loop van 2016 plaatsvinden. Wel ontvangen met ingang van 2016 alle 300.000 Amsterdamse huurders elk jaar weer een WOZ beschikking. Zij kunnen daar ook bezwaar tegen maken. Landelijk gaat het om 3 miljoen huurders. Dat is een bijzonder bijeffect van deze maatregel, die als vereenvoudiging is gepresenteerd door minister Blok. Voor zover bekend krijgen gemeentes geen vergoeding van het Rijk voor de extra kosten die ze moeten maken voor verzenden van beschikkingen en afhandelen van extra vragen, bezwaren en beroepen.

Bepaald geen vereenvoudiging betekent deze maatregel voor de procedures. Huurders die in de buurt van de maximale huurprijs zitten hebben belang bij een lagere WOZ waarde en dus het maken van bezwaar. Naar schatting betreft dat 10 tot 20% van de Amsterdamse huurders. Zolang een WOZ bezwaar loopt moet de huurcommissie een geschil over de huurprijs waarin de puntentelling speelt op de plank leggen. Uitspraak kan soms dus even duren en dat is heel vervelend voor huurder en verhuurder, maar natuurlijk geen reden om af te zien van rechten.

Een complicatie waarin de regeling niet voorziet is het tegenstrijdige belang dat huurder en verhuurder kunnen hebben. De een wil een lagere WOZ waarde, de ander mogelijk een hogere. De Wet WOZ kent geen regeling om een huurder te betrekken in een bezwaar van de verhuurder, of omgekeerd. Als oplossing heeft de minister bedacht dat de uitkomst van een bezwaar aan de andere partij meegedeeld moet worden. Dat is dan echter een nieuwe beschikking, waartegen die ander dan weer bezwaar kan maken. Zo kan een bezwaar-jojo ontstaan. Duidelijk is dat de juristen voorlopig niet hoeven te klagen over werkgelegenheid. Of de maatregel zich daarmee ook ontpopt als de toegezegde vereenvoudiging moet de praktijk uitwijzen.

De regeling is te vinden in het Staatsblad: stb-2015-290 WOZ in WWS