Samenwoonverbod in strijd met artikel 8 EVRM

10 november 2015

Bijna alle huurcontracten vermelden dat zonder schriftelijke toestemming van de verhuurder niet mag worden samengewoond. In een recent vonnis van de voorzieningenrechter werd gehakt gemaakt van deze bepaling, omdat die in strijd is met art. 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.

In het huurcontract was de bepaling opgenomen dat de woning (van maar liefst 82 m2) slechts door één persoon mag worden bewoond. De betreffende huurster woonde echter samen met een vriend. De verhuurder meende dat hiermee in strijd met de huurovereenkomst werd gehandeld en vorderde ontruiming en schadevergoeding.

De rechter ging daar niet in mee en oordeelde dat ‘de bepaling in de huurovereenkomst in strijd is met het bepaalde in artikel 8 EVRM, dat een rechtstreekse werking heeft tussen burgers onderling. Dit betekent dat huurster op deze bepaling tegenover verhuurder een beroep kan doen’. Verder stelde de rechter dat ‘de verhuurder geen omstandigheden heeft gesteld die een beperking van het recht op family life en eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer zouden kunnen rechtvaardigen’. 

De ontruiming werd dus afgewezen en de huurster mag met haar huisgenoot in de woning blijven wonen. Een bruikbare uitspraak ook voor andere huurders, mede mogelijk gemaakt door het WSWonen Centrum en het Emil Blaauw proceskostenfonds.

 

Artikel delen:

!WOON