Passend toewijzen ook bij verkoop corporatiebezit?

21 september 2016

Sinds 1 januari moeten woningcorporaties ‘passend toewijzen’, met een laag inkomen mag je niet meer een duurdere sociale huurwoning huren. Maar doen corporaties eigenlijk ook aan ‘passend toewijzen’ bij de verkoop van hun huurwoningen? UPDATE: zie verder.

De NUL20 publiceerde in het september nummer een stuk over de praktijk van dit ‘passend toewijzen’. Dat gaat dus over het toewijzen van huurwoningen. Bij het Meldpunt komen wederom signalen binnen dat sommige van de door corporaties verkochte huurwoningen in handen vallen van huisjesmelkers. Een voormalige huurwoning in De Pijp is omgezet in een illegale hotelwoning die via AirBnB wordt verhuurd, ander voormalig corporatiebezit wordt door huisjesmelkers kamersgewijs voor zeer hoge prijzen verhuurd.

Sommige corporaties doen, alvorens zij een vrije sector woning verhuren, een zogenaamde ‘huurders-check’. De potentiële woninghuurder wordt gescreend op antecedenten en kredietwaardigheid. Als alles in orde is wordt de huurovereenkomst getekend. De vraag rijst dan waarom er kennelijk geen goede ‘kopers-check’ plaatsvindt wanneer iemand een corporatiewoning wil kopen.

Corporaties nemen bij verkoop van een voormalige huurwoning wel een ‘zelfbewoning clausule’ op in de koopakte, de koper verklaart daarmee in de woning zijn of haar hoofdverblijf te vestigen. Als ná de verkoop blijkt dat de koper andere plannen met deze woning heeft kan de corporatie niets meer doen. Het is dan ook van het grootste belang om vóór de verkoop al goed te kijken naar de intentie van de koper. Als bijvoorbeeld blijkt dat de geïnteresseerde koper al tien andere woningen bezit en nóg een woning van een corporatie wil opkopen dan wéét je ook dat deze koper er niet zelf gaat wonen. Dan weet je als verkoper dus dat de koper andere plannen heeft.

eigenbewoningclausule

Misschien moeten de corporaties een protocol ontwikkelen waarbij ze zullen proberen om geen (losse) woningen te verkopen aan mensen die er (duidelijk) niet zelf willen gaan wonen.

In de afgelopen twee weken zagen we hoe verschillende huisjesmelkers recent woningen van Ymere kochten om die meteen na aankoop te verbouwen voor kamersgewijze verhuur. Bij een verbouwing werd een extra kamer gecreëerd door de woonkamer met een wand in tweeën te splitsen.

Woningen met een aanschafprijs van € 155.000 die vervolgens aan 5 man worden verhuurd voor in totaal € 2700 per maand! Als de corporatie éven verder had gekeken zag ze dat de koper eigenaar is van een vastgoedbedrijf, dus wat is dan de waarde van een ‘zelfbewoning clausule’?

We gaan even terug in de tijd. In het voorjaar van 2009 schreef het Meldpunt Ongewenst Verhuurgedrag een notitie over ‘Huisjesmelkerij met verkochte corporatiewoningen’ (pdf).  

Bij het Meldpunt Ongewenst Verhuurgedrag kwamen toen in een half jaar tijd tientallen meldingen binnen over kleine particuliere verhuurders die aangekocht corporatiebezit (kamergewijs) doorverhuurden. Het bleek dat er bij de corporaties onvoldoende beleid was aan wíe zij woningen verkochten. Zo ontstond een nieuwe vorm van huisjesmelkerij.

De vraag is nu of er sindsdien voldoende is gedaan om verkoop aan huisjesmelkers tegen te gaan. Als de verkoop eenmaal heeft plaatsgevonden is het veel lastiger om op te treden tegen ongewenst gedrag, het ligt dan op het bordje van de VVE. Maar diezelfde huisjesmelkers zijn dan natuurlijk ook lid van die VVE…

UPDATE

Een paar dagen na de publicatie van deze blog, en een paar weken nadat het stadsdeelbestuur van Stadsdeel Noord door ons over deze cases was geïnformeerd, heeft Ymere toegegeven dat het niet goed was gegaan.

Ymere heeft uitgezocht wat er mis is gegaan. De bepaling dat de woning voor eigen gebruik zal worden gebruikt was geschrapt. Alle betrokkenen (verkoopmedewerkers, makelaar en notaris) worden nu geïnstrueerd dat ‘dit nooit meer fout mag gaan’. Ymere geeft aan dat hiermee het proces aangescherpt is. De vraag blijft dan nog staan waarom de zelfbewoning-clausule was geschrapt door Ymere.

 

 

Artikel delen:

!WOON