Gemeente Amsterdam evalueert beleid woningdelen

25 juli 2018

Woningdelen staat in de kijker. De huurprijzen zijn bijzonder hoog maar voor veel jongeren is het de enige manier om aan woonruimte te komen. Deze woonvorm is de laatste jaren dan ook sterk toegenomen. Je huurt samen met een paar vrienden, collega’s of studiegenoten één woning, en je deelt gemeenschappelijk voorzieningen zoals keuken en sanitair. De gemeente voerde een eenvoudige vergunning in om overlast te voorkomen en zaken te reguleren. Veel eigenaren vonden dat in eerste instantie ingewikkeld, maar hebben dat nu opgelost. Wel blijft de rechtspositie van bewoner onduidelijk. Na de zomer volgt een evaluatie in de Amsterdamse gemeenteraad en daarvoor is nu een evaluatie opgesteld.

Vanaf begin 2017 dienen verhuurders een vergunning aan te vragen om de zelfstandige woning om te zetten in onzelfstandige eenheden. Woningdelen is dan ook een vorm van kamerverhuur. Veel eigenaren zagen die vergunning niet zitten uit angst dat de kamerhuurders dan een beroep konden doen op huurprijsbescherming. De woningen weoden namelijk als vrije sector aan groepjes woningzoekenden verhuurd, en dan hebben de huurders geen huurprijsbescherming. Een etage van zeventig vierkante meter wordt dan bijvoorbeeld voor € 2000 verhuurd aan vier studenten. Bij kamerhuur heeft de huurder wél een wettelijk stelsel waarop de maximale huur is gebaseerd.

Door de affaire met Kamerlid van Haga kwam woningdelen en kamerverhuur weer in de aandacht. Hij handelde in strijd met de nieuwe regels en dat is zeker voor een lid van de Tweede Kamer niet netjes. Eigenaren werden er beter bewust van dat ze toch maar beter een vergunning kunnen aanvragen omdat de gemeente steeds strakker ging handhaven. Ondertussen merkten we bij !WOON een sterke toename in het aantal klachten over verhuurders die het niet zo netjes deden: zij dreigen mogelijke boetes af te wentelen op hun huurders en andere huurders kregen huuropzeggingen omdat de eigenaar geen vergunning wilde aanvragen.

De gemeente vroeg onderzoeksbureau Rigo om het huidige beleid te evalueren. Na de zomer organiseert de gemeente een participatietraject waarin betrokkenen hun verdere wensen en ideeën kenbaar kunnen maken. Ook !WOON werd geïnterviewd en bevraagd over onze ervaringen. We gaven de gemeente Amsterdam, via Rigo, vooral twee aanbevelingen mee:

  • Verplicht verhuurders bij kamerverhuur tot het geven van individuele kamerhuurcontracten, in plaats van één vrijesector huurcontract voor de gehele woning. Van woningdelen en kamerverhuur wordt vooral gebruik gemaakt door kwetsbare groepen huurders: starters, jongeren, studenten. Door het huidige beleid is het voor deze groepen heel lastig om een beroep te doen op de huurprijsbescherming, terwijl juist deze groepen huurders dat zo hard nodig hebben. Zij vallen al vaak in handen van huisjesmelkers, en zonder huurprijsbescherming is het hek van de dam. Zo zagen we al eens dat zes studenten een huurprijs betaalden van € 4000 per maand, voor een woning van 70m2.  Met een eigen kamerhuurcontract zouden de bewoners elk ronde de € 300 betalen in plaats van € 666. De verhuurder zou nog steeds een heel behoorlijk rendement hebben.
  • Een andere aanbeveling is een noodrem in het beleid. Nadat eigenaren in eerste instantie geen vergunningen wilden aanvragen loopt het nu enorm hard. In sommige straten of flats neemt de hoeveelheid kamerhuurders of woningdelers zo snel toe dat de leefbaarheid voor andere bewoner onder druk komt te staan. Ook winnen kamerhuurders de concurrentieslag met andere woningzoekenden zoals gezinnen: waar een gezin tot bijvoorbeeld € 1250 kan betalen, betalen kamerhuurders € 2000 voor diezelfde woning.

Nu heeft het College nav de evaluatie alvast het volgende besloten:

  • De voorlichting over de regels richting huurders en verhuurders wordt verbeterd. Het college start in het najaar van 2018 een participatietraject om belanghebbenden te betrekken bij het vormgeven van de gewenste verbeteringen.
  • Het college onderzoekt hoe het aantal vergunningen voor kamerverhuur, in het belang van de leefbaarheid en de woningvoorraad, in gebieden te reguleren.
  • Het eerder genoemde onderzoek naar het gebiedsgewijs reguleren van kamerverhuur in het belang van de woningvoorraad en de leefbaarheid, leidt ertoe dat het college de regels rondom geluidsisolatie opnieuw wil bekijken. Het college wil onderzoeken of ten aanzien van de geluidsisolatie onderscheid gemaakt kan worden tussen omzetting naar 3 kamers, naar 4 kamers, of naar 5 of meer kamers. Het college is daarbij voornemens de geluidsisolatie-eisen voor omzetten naar 3 onzelfstandige woonruimtes te laten vervallen. Het college wil de eisen voor geluidsisolatie laten bestaan voor huizen met vier of meer onzelfstandige woonruimtes.
  • Samen met de stadsdelen wordt een oplossing gezocht voor de verschillende manieren waarop bij de vergunningverlening wordt omgegaan met de vergunningvoorwaarden, bijvoorbeeld ten aanzien van de eisen voor geluidsisolatie. Ook wordt aandacht besteed aan de registratie van de verleende vergunningen door de stadsdelen, zodat de informatie beschikbaar is voor handhaving.
  • In samenwerking met het ministerie van BZK onderzoekt het college wat de mogelijkheden zijn om misstanden rond huurcontracten bij kamerverhuur te voorkomen. Hierbij wordt onder andere gekeken naar de mogelijkheid van het verplichten van een huurcontract per bewoner.
  • Onderzocht wordt hoe te voorkomen dat de regels voor inwoning worden misbruikt om de vergunningplicht voor kannergewijze verhuur te omzeilen.
  • Vooruitlopend op het doorvoeren van de genoemde verbeteringen zet het college in op extra handhaving voor woningdelen vanaf 2019.
  • Het college wil aan de slag met een aantal genoemde drempels voor het aanvragen van een omzettingsvergunning. Zo wil het college verduidelijken dat een omzetting van zelfstandige naar onzelfstandige woonruimte altijd weer teruggedraaid kan worden.
  • Het college gaat in gesprek met de hypotheekverstrekkers over het signaal dat hypotheekverstrekkers het omzetten van zelfstandige woonruimte naar onzelfstandige woonruimten niet accepteren.

Eventuele wijzigingen in het beleid zullen worden opgenomen in de nieuwe Huisvestingsverordening 2020. De gemeente dient na vier jaar, op 1 januari 2020 de huidige Huisvestingsverordening 2016 te vervangen door een nieuwe verordening. Dit biedt het huidige college tijd om het gewenste participatietraject vorm te geven en geeft belanghebbenden de tijd zich voor te bereiden op eventuele aanpassingen in het beleid. Het college start in het najaar van 2018 met een participatietraject. Eventuele wijzigingen worden in het voorjaar 2019 vrijgegeven voor inspraak, waarna deze in het najaar van 2019 ter vaststelling worden voorgelegd aan de gemeenteraad.

 

Artikel delen:

!WOON