Huurverhoging 2019 en het Sociaal Huurakkoord
07 februari 2019 - In februari onderhandelen de huurdersorganisaties met de woningcorporaties over het huurbeleid in 2019. De uitkomsten bepalen welke huurverhoging de corporaties voorstellen per 1 juli. Eind vorig jaar sloot de Nederlandse Woonbond een sociaal huurakkoord met Aedes, de vereniging van woningcorporaties. Zij vragen de regering het akkoord toe te passen in het huurbeleid voor dit jaar. Verantwoordelijk minister Ollongren meldt dat ze de regelgeving zo snel niet aan kan passen. Wel roept ze in een brief van 6 februari de corporaties op de strekking nu vast toe te passen. De uitkomst kan per corporatie verschillen, want niet iedereen is overtuigd dat het akkoord gunstig is voor de huurders. In het sociaal huurakkoord maken Woonbond en Aedes zich hard voor de betaalbaarheid en beschikbaarheid van sociale huurwoningen. Om de uitvoering van het akkoord mogelijk te maken vroegen zij de minister de wet op een aantal onderdelen te wijzigen. De Woonbond en Aedes zetten met hun voorstellen het huurbeleid, zoals we het de afgelopen hebben leren kennen, behoorlijk op z’n kop. De gemiddelde huurstijging per corporatie per jaar zou met niet meer mogen stijgen dan de inflatie. In het regeringsbeleid is deze stijging op maximaal inflatie plus 1% gesteld. Naast de beperking van de huurverhoging willen de ondertekenaars een huurverlaging mogelijk maken. Daarmee willen ze bereiken dat huishoudens met een huur boven de huurtoeslaggrens (€720,42) bij een dalend inkomen recht krijgen op huurtoeslag. Ook willen ze dat huishoudens die meer huur betalen dan hun inkomen toelaat een huurbevriezing kunnen aanvragen. Al deze maatregelen kosten geld. Daarom doen de Woonbond en Aedes ook een aantal voorstellen om dit te betalen. Nu telt de hogere huur die een corporatie vraagt bij nieuwe verhuur van een woning mee in de stijging van de huursom (de gemiddelde huurverhoging van de corporatie). Deze nieuwe verhuringen worden uit de huursom gehaald. Daarmee tellen voor de huursom alleen de huurverhogingen (en verlagingen) van zittende huurders mee. Een ander voorstel is om het mogelijk te maken om de huur van individuele woningen per 1 juli met maximaal 6,1% te laten stijgen. Volgens het regeringsbeleid mag dit maar met maximaal 4,1%. De Woonbond en Aedes doen geen uitspraken over de inkomensafhankelijke huurverhoging. De minister heeft inmiddels aangegeven niet in staat te zijn de nodige wetsbepalingen voor 1 juli aan te passen. De circulaire over het huurbeleid in 2019 stelt de maximale huursomstijging op 2,6% (inflatie plus 1%). Dit is inclusief huurharmonisatie (dus met nieuwe verhuringen). De maximale stijging voor individuele huurders is 4,1% (inflatie plus 2,5%). Hogere inkomens kunnen een huurverhoging van maximaal 5,6% krijgen. De minister is positief over het sociaal huurakkoord en wil snel met voorstellen komen voor aanpassen van de wetgeving. Ze roept corporaties en huurderorganisaties op om de komende huurverhoging zoveel mogelijk in de geest van het sociaal huurakkoord in te richten. Het Sociaal Huurakkoord maakt het ook mogelijk om af te wijken van de afspraken als lokale huurdersorganisaties en corporaties dat willen. Zo biedt het ruimte voor afspraken om de totale huursom een procent extra te verhogen voor investeringen in nieuwbouw en duurzaamheid als de corporatie daar anders niet aan toe zou komen.
Artikel delen: