Redelijke kostenverdeling bij een collectieve stookketel
17 november 2022 - Bewoners van de Edisonstraat in Amsterdam Oost hebben een mooie overwinning geboekt bij de kantonrechter. Het blok van 60 woningen heeft een collectieve CV ketel. De laatste jaren krijgen leegkomende woningen een eigen individuele ketel, waarna ze in de dure verhuur gaan. Zo stijgen de vaste kosten voor huurders die wel aangesloten blijven op de collectieve ketel. Dat is niet redelijk, oordeelt de kantonrechter. De kosten blijven voor rekening van alle 60 woningen. Het verlies is deels voor rekening van de verhuurder. Verdeling van de stookkosten bij collectieve installaties leidt regelmatig tot discussie. Zeker als de verhuurder de een na de andere woning afkoppelt en van een eigen CV ketel voorziet. Moeten de huurders die wel aangesloten zijn op de installatie accepteren dat hun kosten dan stijgen? De Huurcommissie oordeelde in deze zaak over de afrekening servicekosten van 2019 dat de verhuurder de vaste kosten alleen over de aangesloten woningen kan verdelen. Er hoeft pas naar een andere verdeling gekeken te worden als de helft of meer van de woningen is afgekoppeld. Maar waarom eigenlijk? Het klink niet logisch en dit staat ook niet in het beleidsboek servicekosten van de Huurcommissie zelf. Alle woningen in het blok profiteren van de restwarmte, dus is het logisch om dat verlies te blijven berekenen over alle woningen. Kiest de verhuurder voor afkoppelen van woningen van de installatie, dan is dat voor eigen rekening. Het is niet voor rekening van de huurders die er niets aan kunnen doen. De kantonrechter geeft de huurders dan ook gelijk en legt het in de overwegingen duidelijk uit. “Bij de beoordeling moet ervan worden uitgegaan dat er in de centrale verwarmingsinstallatie in het blok met 60 woningen een warmteverlies optreedt in de ketels en leidingen van gemiddeld 35%. De huurders hebben onweersproken gesteld dat de horizontale en verticale hoofdleidingen niet alleen door hun woningen lopen, maar ook door de woningen van niet aangeslotenen met een eigen CV installatie. Gelet op het warmteverlies dat in de leidingen optreedt, worden ook de woningen van de niet aangeslotenen in enige mate verwarmd. Hierdoor hoeven zij minder te stoken, terwijl de andere huurders daarvoor betalen. De kantonrechter is het daarom met die huurders eens, dat het tegen die achtergrond niet redelijk is om de post overige kosten te verdelen over de overgebleven 34 huurders. Het komt de kantonrechter redelijk voor dat de verhuurder ook een aandeel neemt in het warmteverlies dat door de huurders van de woningen met een individuele CV installatie genoten wordt. Toepassing van de gemiddelde verbruiksnorm is in dit geval daarom geen goede maatstaf. Bovendien onderkent de Huurcommissie zelf ook dat het niet aangesloten zijn van alle woningen op de centrale verwarmingsinstallatie een reden kan zijn om een andere verdeelsleutel toe te passen. Zonder toelichting valt niet in te zien waarom dit pas zou gelden als er minder dan 30 woningen aangesloten zijn.” Deze logische uitspraak schept helderheid in de discussie. Als de verhuurder niet wil delen in de kosten van het warmteverlies is er een alternatief. Hij kan ervoor kiezen alle huurders in het blok een individuele ketel aan te bieden en de collectieve installatie op te doeken. Dat geeft waarschijnlijk veel meer rendement en vermindert kosten, gasverbruik en uitstoot van broeikasgassen. Zo is het probleem uiteindelijk ook opgelost in het Hilwis complex in Amsterdam Zuid, waar de kosten van de oude installatie steeds verder opliepen voor de resterende huurders. Toen de rechter de huurders daar in het gelijk stelde besloot de verhuurder individuele ketels te plaatsen. Deze zaak was mede mogelijk dankzij hulp van !WOON en het Emil Blaauw Fonds. Vragen over kosten, rendement en verrekening van een collectieve stookinstallatie? Neem contact op met !WOON als je in Amsterdam, Amstelveen, Aalsmeer, Diemen of Haarlem woont. Alternatief: alle woningen een individuele ketel
Artikel delen: