Hier kunt u lezen in welke staat u de woning moet opleveren, welke zaken u wel of niet moet repareren of verwijderen. De regels zijn voor woning en kamers gelijk Overal waar u ‘woning’ leest, kunt u ook ‘kamer’ lezen.
- Het uitgangspunt bij opleveren van de woning is dat de huurder de woning moet opleveren zoals deze was bij het aangaan van de huurovereenkomst.
- Veranderingen die u zelf met schriftelijke toestemming van de verhuurder heeft aangebracht mag u laten zitten, tenzij destijds is afgesproken dat u deze moet verwijderen bij het einde van de overeenkomst.
- Zaken die door normaal gebruik en normale slijtage zijn verouderd vallen hier buiten. Het is logisch dat bijvoorbeeld een keuken na 10 of 20 jaar deels of geheel versleten is.
De vraag is uiteraard hoe bepaald wordt, in welke staat de woning was bij het begin van het contract.
Welke regels voor uw woning gelden hangt van 2 dingen af:
- Van belang is of er bij het aangaan van de huurovereenkomst een opnamestaat is gemaakt. Een opnamestaat is een beschrijving van alle eventuele gebreken of mankementen in- of aan de woning die door huurder en verhuurder moet zijn ondertekend bij het aangaan van het huurcontract.
- De regels over oplevering zijn in het nieuwe huurrecht van 1 augustus 2003 veranderd. Voor huurcontracten die vóór 1 augustus 2003 zijn ingegaan gelden nog de oude regels, voor contracten die ná 1 augustus zijn ingegaan gelden de nieuwe regels.
Contracten van vóór 1 augustus 2003
- Bij oplevering zonder opnamestaat, moet u er van uitgaan dat de woning bij het begin van het contract in goede staat was. U moet de woning dan ook in goede staat opleveren (behalve normale slijtage).
- Bij oplevering mét opnamestaat moet u er van uitgaan dat de woning in goede staat was behalve de zaken die in de opnamestaat staan. U moet de woning in goede staat opleveren. Met uitzondering van de gebreken op de opnamestaat en normale slijtage.
- Bij contracten van voor 1 augustus 2003 ligt de bewijslast over de staat van de woning bij de huurder. Als de opnamestaat niet klopt moet de huurder dit kunnen aantonen. Dit is meestal erg lastig, U zult dan met foto’s en verklaring van getuigen, zoals bijvoorbeeld de buren of een aannemer die in de woning heeft gewerkt, moeten komen.
Contracten van op of ná 1 augustus 2003
- De bewijslast is voor deze contracten omgekeerd. Bij oplevering zonder opnamestaat, mag de u de woning opleveren zoals deze is. Als de verhuurder het hier niet mee eens is, dan moet de verhuurder bewijzen dat de woning in betere staat was bij het begin van het contract.
- Bij oplevering met opnamestaat, moet u de woning opleveren zoals beschreven op de opnamestaat. Zaken die door normaal gebruik en slijtage zijn verouderd of stuk zijn gegaan hoeft u niet te repareren. Als u het achteraf niet eens bent met de opnamestaat dan moet u zelf bewijzen dat de woning slechter was dan vermeld in de opnamestaat.
Opleveringsprocedure
Als u bepaalde zaken moet herstellen dan moet de verhuurder wel een zorgvuldige procedure in acht nemen. U moet de kans krijgen om de gebreken zelf te verhelpen. Daarom moet de verhuurder zowel een voorinspectie als een eindinspectie houden.
Bij de voorinspectie moet de verhuurder duidelijk aangeven welke zaken u nog moet herstellen en ook per onderdeel aangeven welke kosten u moet betalen als u dit niet doet. Tussen de voorinspectie en de eindinspectie moet u de kans krijgen om de gebreken zelf op te lossen. Er is geen vaste regel over wat een redelijke termijn is, maar normaal gesproken is dit 1 á 2 weken.
Eventueel kunt u proberen om zaken die u zelf heeft aangebracht aan de volgende huurder over te doen. De volgende huurder is hier niet toe verplicht en soms is de volgende huurder niet (op tijd) bekend. Over welke zaken u wel en niet kunt laten overnemen door de volgende huurder, zie overnamekosten bij start huur.
Artikel delen: